Maandthema Oktober

De maand oktober is het thema: Houding

De Schaatshouding wordt bepaald door de positie van de romp, het bekken en het standbeen .

Positie van de romp: De romp wijst naar het ijs, hoofd is in het verlengde van de romp en de schouders zijn ontspannen.
Positie van het bekken: het stuitje wijst naar beneden, bekken/ het achterwerk is “onder” de romp.
Positie van het standbeen: knie zover mogelijk naar voren.

Een goede basis voor de schaatshouding wordt gelegd door eerst de romp voorover te buigen en dan het stuitje naar beneden te laten wijzen. (bekken achterover kantelen)Door het stuitje naar beneden te laten wijzen worden de knieën naar voren gedrukt, wordt de hoek in het enkelgewricht kleiner en spannen spieren zich aan die voor druk op de afzetschaats zorgen.

Hieronder volgt de opbouw per niveau en wat extra oefeningen. Het desbetreffende niveau is behaald als onderstaande bereikt is.

  • Niveau 2 Glijden op 2 benen (5 meter) in een apenhouding,
    aandachtspunt: Schaatsen parallel
  • Niveau 3 5 Meter aanschaatsen en 10 meter op 2 benen in de apenhouding.
    aandachtspunt: recht op de schaatsen
  • Niveau 4 In de schaatshouding schaatsen (kniehoek 120 gr) en naar voren kijken. 
    aandachtspunt: houding (kniehoek) vasthouden tijdens het schaatsen
  • Niveau 5 Een ronde kunnen schaatsen in de schaatshouding (kniehoek 120 gr), waarbij het kind naar voren kijkt en een armzwaai naar vorenlangs het lichaam maakt.
    aandachtspunt: armzwaai met voor de duim omhoog en achter de duim naar  beneden
  • Niveau 6 Totaalbeeld. Het kind kan 100 meter schaatsen met een kniehoek van 90-100 gr en de romp horizontaal.
    aandachtpunt: hoofd houding, kijken door de wekbrauwen.
  • Niveau 7 Totaalbeeld. 400 Meter schaatsen in de schaarshouding (kniehoek 90-100 gr) met de romp horizontaal, twee armen op de rug, een ontspannen armzwaai in de bocht en een juiste hoofdhouding.
    aandachtspunten: houding hoofd: kijken door de wenkbrauw, blik 10 m voorwaarts gericht.

Aanvullende oefeningen

  • Niveau 1 -4 
    Handen op de knieën en elkaar voort laten duwen
    Ellebogen op de knieën.
    Grond aantikken
    Eventueel onder een boog door
  • Niveau 5-7 
    Ellebogen op de knieën
    Handen op de kuiten handen op de enkels.
    Eventueel onder een boog door.
    Tennisbal tussen buik en bovenbeen klemmen 
    Tennis bal in de knieholte klemmen,

Oefeningen die hier goed bij passen is proberen de romp niet te bewegen.
Schouders horizontaal en in één lijn met de heupen. (Geen schouder inzet voor).

  • Niveau 5,6 en 7
    Het schaatsen met de handen als een vis recht voor je. De handen blijven in de lijn recht vooruit, de handen bewegen niet mee met de schouders van links naar  rechts. Hierdoor wordt het kind gedwongen de schouders minder te bewegen en de schaatsinzet vanuit de heupen en benen te starten.
  • Niveau 2 tot en met 7 
    Stok vasthouden en een ring over de grond in een rechte lijn naar voren duwen
    Iemand voort duwen de achterste doet de oefening. De voorste let op de juiste houding

Veel trainings plezier!

Wendy, Cock, Ton en Cathrien